Weer voor wijn

Met een beetje mazzel zit u uit de wind in de zon te genieten van de eerste mooie lentedagen van dit jaar. Nu er even niets te klagen valt over het weer is dit een goed moment om uw kennis over het klimaat op te frissen, maar nu vanuit wijnbouw perspectief.

Het meest gebruikte classificatiesysteem om klimaatzones in te delen is het Köppen-systeem, vernoemd naar de klimatoloog Wladimir Köppen. Het dateert uit 1884. Uitgangspunt voor Köppen is dat de natuurlijke vegetatie de beste uitdrukking is van een klimaat. Klimaat wordt verstaan als de gemiddelde weerstoestand over minimaal dertig jaar en beschouwt het samenspel van zonuren, temperatuur, neerslag en luchtstromen. Ook de wijngebieden zijn ingedeeld volgens de classificatie van Köppen.   

Grofweg is wijnbouw alleen mogelijk tussen 30 en 50 ° noorder- en zuiderbreedte, uitzonderingen daargelaten. Boven de 50 ° is het te koud en zijn er te weinig zonuren voor de fotosynthese en dus de productie van suiker in de druif. Warmte is nodig voor de smaak- en kleurstof. Onder de 30 ° is het permanent te warm en/of te droog voor druiven. Een druivenstok heeft minimaal 700 mm neerslag nodig tijdens de groei. Daarnaast komt een druivenstruik niet aan zijn winterslaap toe (onder de 10 ° C)  en kan dus niet op krachten komen voor het volgende jaar.   

Elk voordeel heb zijn nadeel

De wijnbouw kent drie klimaatzones, gebaseerd op de omstandigheden tijdens het groeiseizoen: landklimaat, zeeklimaat en Mediterraan klimaat. Landklimaat komt vooral op het noordelijk halfrond voor en wordt gekenmerkt door hete zomer en koude winters, een kort groeiseizoen, weinig tot geen invloed van de matigende werking van water en een groot verschil in temperatuur tussen dag en nacht. Hierdoor rijpen de druiven langzaam, wat weer ten goede komt aan de smaakconcentratie. Denk aan de Bourgogne, de Elzas en la Mancha in Spanje. Zeeklimaat wordt gekenmerkt door de nabijheid van een groot watergebied dat een matigende werking heeft op de temperatuur. Het groeiseizoen in relatief lang, maar met veel regenval en luchtvochtigheid, waardoor schimmelinfecties in de wijngaard kunnen ontstaan. De overgang tussen de verschillende seizoenen is geleidelijk. Bekende voorbeelden zijn de Bordeaux, Zuid-Chili en natuurlijk Nederland. Mediterraan klimaat vinden we in de wijngebieden rond de Middellandse Zee. Een lang groeiseizoen met een gematigd warme temperatuur en een lage regenval tijdens de groeiperiode laat de druiven mooi rijpen. De enige zorg die men daar heeft is droogte. De moraal van het bovenstaande voor u als wijndrinker? Elk nadeel heb zijn voordeel en elk voordeel heb zijn nadeel. Ook in de wijnbouw!