“Ik ben ziek en jij gaat dood aan kwikvergiftiging en lood”, zong Brigitte Kaandorp. Zou zij geweten hebben dat sommige Romeinen hun liefde voor rode wijn met de dood moesten bekopen? En dat zelfs keizers niet werden gespaard?
Zijn leven begon zo mooi. Als jong kereltje mocht hij mee op veldtochten. Trots reed hij naast zijn vader en opperbevelhebber, die hem – zo klein als hij was – de eerste krijgskunsten bijbracht. Caligula was zijn bijnaam, de naam waarmee hij de geschiedenisboeken in zou gaan. Soldatenlaarsje, want zo werd hij liefkozend genoemd door de soldaten. Dit mannetje zou een gouden toekomst tegemoet gaan met het Romeinse Rijk aan zijn voeten…
Maar nee, het pakte heel anders uit. Eenmaal volwassen bleek hij geen strategisch licht en evenmin de doortastende veldheer die zijn vader was. Ook was hij geen groot bestuurder of charismatisch leider. Wat was hij dan wel? Een gevreesde bruut met een alcoholverslaving! Ai.. Zijn angst om vermoord te worden nam met de jaren steeds wredere vormen aan: politieke tegenstanders werden bijvoorbeeld gefolterd of doormidden gezaagd voor het schrikeffect.
Rood gif?
Met dergelijk gedrag wordt je entourage natuurlijk snel kleiner. Het is dan ook niet meer dan logisch dat Caligula het bestuur van zijn onmetelijke rijk overliet aan zijn enige vertrouweling: Bonfire. Sommigen paarden zijn nu eenmaal bijzonder. Intussen kon hij zich met een gerust hart overgeven aan zijn passie: rode wijn. Een passie die mede de oorzaak was van zijn buitenissige gedrag. Niet omdat hij Korsakov had, maar wel omdat het loodgehalte in zijn lichaam ongezond hoog was. De Romeinen dachten namelijk dat rode wijn het beste in loden vaten kon worden bewaard. Bovendien dronk de keizer zijn wijn uit loden bekers met als gevolg een gestage loodvergiftiging. Het gebruik van houten vaten om te lageren zou pas eeuwen later worden uitgevonden. Lang heeft de liefde voor rood niet mogen duren. Op zijn 28ste waren zijn persoonsbeveiligers het zat en maakten korte metten met Soldatenlaarsje. Minstens twee wijze lessen volgen uit het voorgaande. 1. Zorg dat het loodgehalte in je lichaam zo laag mogelijk blijft. 2. Wijn gewoon opdrinken en niet bewaren, want het kan zomaar je laatste glas zijn.