Jaren geleden sprak mijn rijsinstructeur de wijze woorden: “Alles waar te voor staat is niet goed, behalve tegoed op de bank.” Er is een flinterdunne lijn tussen goed en te, ook in wijnen.
Wat mooi is en wat niet, is subjectief. Evenals wat lekker is en wat niet. Smaken verschillen immers. Toch zal iedere wijndocent er bij zijn studenten in willen rammen dat zij analytisch kunnen leren proeven om zo objectief mogelijk de kwaliteit van een wijn vast te stellen. Nu doet zich echter bij veel wijnliefhebbers de vreemde trend voor dat zij gaandeweg een voorliefde ontwikkelen voor de grootste stank en bagger die je in een wijn kunt ruiken. Een openbaring die mijn overtuiging van vermeende objectiviteit bij het proeven op zijn grondvesten deed schudden.
Wijnen voor stankliefhebbers
Tijdens een proeverij afgelopen week, kreeg ik vanuit de groep de vraag naar wijnfouten. Enthousiast begon ik te vertellen over kurk in de wijn, veroorzaakt door een bacterie waardoor de wijn naar nat jute gaat stinken. Bepaald niet lekker en als je het ooit geroken hebt, vergeet je de geur nooit meer. Dan heb je nog de azijnsteek bij een fles die te lang aan de lucht is geweest en overmatige oxidatieve tonen die alleen als goed worden beschouwd in sherry, maar die in zo’n beetje iedere andere wijn als fout worden gezien. Vervolgens schoot me Brett te binnen… Brettanomyces, een gistvorm die wordt gebruikt om bepaalde soorten bier te maken, maar die in wijn als fout wordt beschouwd als het gist in te hoge mate aanwezig is. Brett geeft namelijk tonen van stallucht, natte bosgrond en vochtig leer. “Vooral aan Pinot Noir kan dit een heerlijk mooie dimensie geven”, vertelde ik als stankliefhebber, terwijl de groep me met afgrijzen aankeek. Opeens realiseerde ik me, dat ook mijn liefde voor Riesling is ingegeven door stank; namelijk de petroleumgeur die Riesling kan krijgen bij het ouderen en die me herinnert aan de geur van tankstations. Een geur waar ik me stiekem op verheug met de Rieslingweeks in zicht… Heerlijk!
Ik ben zeker niet de enige met een dergelijke tik. Sauvignon Blanc liefhebbers ontdekken met een lichte zweem van geluk kattenpis in hun wijn. Sylvaner of Muscadet volgelingen zweren bij zout en steenslag op de tong. Kijken we over de alcoholische grenzen heen dan heeft een whisky masterclass mij afgelopen weekend vooral geleerd dat het beste spul voor de gevorderde whiskydrinker uiteindelijk driedubbel turf-gestookt bierdistillaat is, waarbij de weg naar de innerlijke mens bij de niet-getrainde drinker meteen is geasfalteerd. Dus wat nou, fout?!