De bijbel is een rijke bron voor verhalen over wijn. Eén van de mooiste verhalen is toch wel de vertelling over de bruiloft in Kanaän. Jezus is met zijn moeder uitgenodigd op een bruiloft van vrienden. Blijkbaar zijn er meer gasten dan voorzien, want op een bepaald moment voltrekt zich hét rampscenario voor ieder feest: de wijn is op…
Verschrikt loopt Maria naar haar Zoon, in de overtuiging dat Hij het probleem kan oplossen. Eigenlijk is dat vreemd. Het was niet zijn feest en Jezus was al helemaal niet verantwoordelijk voor de catering. Toch gunt Hij zijn moeder haar zin. Kruiken gevuld met water blijken ineens de heerlijkste wijn te bevatten. De bruiloft is gered. Een mooi verhaal, dat bij mij vele gedachten oproept. Natuurlijk kan de theoloog in mij prima uit de voeten met de uitleg dat de zin ‘de wijn is op’, betekent dat de spiritualiteit van de mensen aanwezig op het feest, was opgedroogd. Verveeld, ontevreden en uitgedroogd zoals mensen kunnen zijn, toen ook al. Een klein meisje gaf jaren geleden een heel andere uitleg: hoe meer wijn, hoe gezelliger het feest. Daar waar het Bijbelverhaal stopt, ging haar fantasie blijkbaar verder. Of misschien had zij, zo jong als ze was, al genoeg feestjes meegemaakt om een zekere trend in het verloop van de avond te ontdekken. Eerlijk gezegd haalt het verhaal over de bruiloft in Kanaän in mij het slechtste naar boven: de gemakzuchtige smulpaap die zou willen dat-ie van water in een handomdraai smakelijke wijn zou kunnen maken. Och, als ik kon toveren, kon toveren… Een aantal jaar geleden zei ik bij wijze van grap in een klas met sommeliers in opleiding dat de cursus van ‘water naar wijn’ niveau 8 voor de extreem ver gevorderden was. Niemand kon om mijn opmerking lachen. Ik dacht aan Maria, aan Jezus en aan het meisje. Help, de wijn was blijkbaar op!